Grote wandelgroepen

Het kan zijn dat de groep groter wordt en er steeds meer wandelaars bij komen. Ook dan is het van belang om af te spreken hoeveel wandelaars je wilt hebben en met hoeveel mensen je in een groep wilt wandelen. Onze ervaring is, dat een groepsgrootte van ongeveer 10-15 wandelaars een mooi aantal is. Zijn er meer deelnemers maak dan meerdere groepjes. Zeker als je in een wijk wandelt, is het van belang de groepen niet te groot te maken. Bij een groter aantal wandelaars is het tempo ook niet allemaal gelijk. Hou daar rekening mee en maak daarom aparte groepen; eigen tempo en desnoods eigen afstand. Niets is vervelender dat je steeds moet wachten op achterblijvers. Is de groep weer compleet hebben de vlottere wandelaars kunnen rusten, maar die er net weer bij zijn niet! Die lopen dan tegen hun grenzen aan! Een keertje even moeten wachten is niet erg, maar als er drie of vier keer tijdens een wandeling gewacht worden, klopt er iets niet.

Er zijn een aantal zaken die je moet regelen, je hoeft het niet meteen allemaal te doen, maar op termijn zeker regelen. We geven een aantal punten.

1. Wat is de startlocatie en kunnen we daar meestal binnen terecht om te verzamelen en eventueel na afloop iets kunnen drinken en een praatje maken. Het is in Nederland niet altijd goed weer om buiten te wachten. Toiletvoorziening?
2. Zijn de prijzen van de consumpties redelijk of kunnen we daarover afspraken maken.
3. Zorg voor een aantal wandelbegeleiders. Dit kunnen op termijn ook mensen uit de groep zijn. Zeker op langere termijn zijn er altijd mensen die iets meer willen doen. Spreek af dat een wandelbegeleider met een geel of oranje hesje wandelt.
   Zorg ervoor dat er altijd twee wandelbegeleiders bij een groep zijn. Als het een keer niet lukt, overleg dan met de groep wie misschien wil inspringen.
4. Zoek een coördinator. Heb je veel wandelaars, meerdere groepen met verschillende afstanden, dan is het belangrijk om een coördinator te zoeken. Deze kan dan de deelnemerslijsten bijhouden en eventueel de routes maken. Ook is het een aanspreekpunt bij vragen of andere zaken. De coördinator is meestal ook wandelbegeleider.
5. Wekelijks bijhouden wie er meewandelt. Dit geeft inzicht in het aantal wandelaars en je hebt in de gaten als een geregelde wandelaar plotseling een aantal keren niet is geweest. Je kunt dan even contact opnemen. Dit bijhouden kan in toerbeurt gebeuren door een van de wandelbegeleiders.
6. Op wie kunnen we een beroep doen om iemand op te halen, bijvoorbeeld door een valpartij of ander ongemak dat iemand niet verder kan wandelen.
7. Zorg voor een EHBO-tasje, zodat je kleine ongemakken kunt verhelpen. Ook iets te drinken en te eten is belangrijk om bij je te hebben (druivensuiker). Ook een reddingsfolie* (-deken) kan nuttig zijn.
8. Waar wandelen we? Waar je ook wandelt, zorg ervoor dat altijd twee mensen van je groep weten hoe je weer snel bij het startpunt kunt komen. Wil het wandelen even niet of een andere oorzaak, laat een deelnemer niet alleen teruggaan. Overleggen en beslissen!
9. Op eigen risico. Iedereen binnen de groep wandelt altijd op eigen risico.
10. Afspraken over de route. Als je volgens een bepaalde route wandelt, dan hoeft deze niet altijd strikt aangehouden te worden. Een straatje verkeerd lopen is geen probleem, verderop kun je de route weer oppakken. Spreek af dat we niet een totaal andere kant op wandelen dan de rest.
11. Bij terugkomst. Als je wandelt met verschillende groepen is het belangrijk als coördinator even na te vragen of alles goed gegaan is bij de groepen en er eventueel dingen zijn, die alle begeleiders moeten weten.

* Een reddingsdeken (ook wel isoleerdeken, warmhouddeken, isolatiedeken of –folie genoemd), is een deken van hoofdzakelijk aluminiumfolie met een goud- en zilverkleurige kant. Het biedt bescherming tegen te hoge of tegen te lage temperaturen. Hij is isolerend, waterdicht en geleidend. Het belangrijkste doel van dit veiligheidsmiddel is het op de goede temperatuur houden van een persoon. De deken is klein verpakt, dus makkelijk te vervoeren.