Een term die steeds meer ingeburgerd is geraakt is gevoelstemperatuur. Hiermee wil men een indicatie geven van hoe de temperatuur aanvoelt. Dit is iets anders dan een normale temperatuur. Een normale temperatuur is meetbaar met een thermometer en is een vast gegeven. De gevoelstemperatuur steekt iets lastiger in elkaar. Dat komt vooral door de factor ‘gevoel’. Omdat dit iets is wat niet met honderd procent nauwkeurigheid vast te stellen is, is het een flinke uitdaging om dit op een wetenschappelijke manier te benaderen. Geheel onmogelijk is het niet. De uitleg daarover is te vinden op de website klimaatinfo.nl of kijk op de website van het KNMI.
Als wandelaar herkennen we dit ook wel eens. Denk maar aan het wandelen bij hoge luchtvochtigheid. Je lichaam kan de warmte dan minder goed kwijt. Normaal gesproken wil het lichaam zijn temperatuur graag constant houden, op het voor mensen meest aangename niveau van 37°C. In tropische omstandigheden is dat moeilijk en zal het lichaam (dat al wandelend zelf óók warmte produceert) er dus alles aan doen om warmte af te voeren.
Dat kan normaal gesproken op twee manieren. Ten eerste via een droge warmtestroom. Wanneer de omgevingstemperatuur koeler is dan de lichaamstemperatuur, kan het lichaam warmte afstaan aan de omgeving. Maar aan dit mechanisme heb je niets als de omgeving warmer is dan het lichaam. Gelukkig kan het lichaam dan zijn warmte kwijt via de verdamping van zweet. Wanneer zweet vanaf de huid verdampt, wordt warmte aan de huid onttrokken. Logisch dus dat het bij een hoge luchtvochtigheid moeilijker is om warmte te verliezen. Als er wat wind staat, wordt het gemakkelijker om zweet te verdampen. Als het lichaam er niet in slaagt om voldoende warmte af te voeren, loopt de lichaamstemperatuur (te veel) op.
Warmte zorgt ervoor dat de bloedvaten in onze huid wijder worden. Het hart moet daardoor meer moeite doen om het bloed rond te pompen en de bloeddruk op peil te houden. De hartfrequentie gaat bij heet weer dan ook meestal omhoog. Op de website van wandel.nl is hier meer over te lezen.
Een zomerse dag heeft een maximumtemperatuur van 25°C of hoger. In Nederland noemen we een dag waarop de maximumtemperatuur 30°C of hoger is een tropische dag. Een dag met een temperatuur van 35°C of hoger is een extreem warme dag. Tropische dagen komen in de meeste jaren wel enkele keren voor. Anders ligt dat bij dagen waarop de maximumtemperatuur 35°C of hoger is. Deze zijn sinds 1901,het begin van de metingen, nog niet zo vaak voorgekomen.
Een hittegolf bestaat uit minstens vijf aaneengesloten zomerse dagen in De Bilt, waarvan er minstens drie tropisch zijn. Hitte kan gevaarlijk zijn. Vooral ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid zijn gevoelig voor blijvende hitte. Vanaf code oranje is het voor iedereen raadzaam op te letten.
Langdurig aanhoudende hitte kan leiden tot klachten van vermoeidheid, concentratieproblemen, duizeligheid en hoofdpijn. Tenslotte is bij aanhoudende hitte uitdroging en oververhitting een risico. Symptomen van uitdroging en oververhitting zijn misselijkheid, spierkrampen, uitputting, “auwvallen en bewusteloosheid.
Meer daarover op de website van het KNMI. Er is ook een Nationaal Hitteplan. Het besluit om het Nationaal Hitteplan te activeren wordt genomen door het RIVM na overleg met het KNMI. De kans op aanhoudend warm weer, maar ook onder andere de verwachte nachttemperatuur en luchtvochtigheider spelen hierbij een belangrijke rol. Het Nationaal Hitteplan kan voor heel Nederland, maar ook voor delen van het land gelden.
